Navordering; wint de belastinginspecteur?

Als een aanslag inkomstenbelasting naar de mening van de Belastingdienst niet juist is vastgesteld  dan heeft de inspecteur het wapen van de navordering om de aanslag te corrigeren. Aan deze correctiemogelijkheid stelt de wet wel enige voorwaarden.

Door de automatisering bij de Belastingdienst komt het zelden voor dat een aangifte door een inspecteur van vlees en bloed wordt nagekeken. De aangifte gaat de computer in en wordt, overigens steeds sneller, vastgesteld in de vorm van een aanslag. Niet alleen meer een voorlopige aanslag maar steeds vaker een definitieve aanslag. De inspecteur kan dit doen, omdat hem door de wetgever (regering en parlement) instrumenten in handen zijn gesteld, waarbij hij verzuimen en zelfs fouten kan herstellen. De belastingplichtige die denkt dat hij of zij door de mazen van de wet is geglipt, kan dan van een koude kermis thuiskomen.

Wat zijn dan die instrumenten van de Belastingdienst? Dit begint op het moment dat de inspecteur kennis krijgt van een feit, waardoor een vermoeden ontstaat, dat een aanslag achterwege is gebleven of dat te weinig belasting is geheven. De inspecteur mag sowieso  navorderen bij tik- en schrijffouten. Ook mag hij navorderen als er minder dan vijf jaar (*2) is verlopen na afloop van het kalenderjaar waar de verschuldigde belasting betrekking op heeft. Ook mag hij navorderen als een verdeling van inkomen of vermogen tussen de fiscale partners niet goed is verlopen (het wil wel eens gebeuren dat bede fiscale partners voor 100% hypotheekrenteaftrek claimen). Ook, en dat is later in de wet opgenomen, als de uiteindelijk verschuldigde belasting meer bedraagt dan 30% van de eerder geheven belasting. Dit laatste punt is een sterk wapen van de inspecteur en ontneemt vaak de mogelijkheid van een succesvol verweer tegen de navorderingsaanslag of het voornemen daartoe. De wetgever heeft bewust de inspecteur deze grote stok gegeven om mee te slaan. De wet gaat hierbij er zelfs vanuit dat er geen tegenbewijs mogelijk is. Deze wetgeving is een strenge reactie op eerdere rechtspraak, waarbij de Belastingdienst in het ongelijk werd gesteld. Naar onze mening is de slinger te ver doorgeslagen naar bescherming van de positie van de inspecteur. Het parlement heeft hier onvoldoende in de gaten gehad dat de belastingplichtige ook recht heeft op rechtszekerheid. De belastingplichtige, die zelf voldoende tijd en aandacht aan zijn aangifte besteed, mag ervan uitgaan dat een aanslag op dezelfde wijze serieus wordt nagekeken door de inspecteur. De Belastingdienst verschuilt zich hier teveel achter het massale verwerkingsproces, dat in het korte tijdvak april tot en met juni plaatsvindt.

Toch is de navorderingsmogelijkheid niet onbeperkt. Als de inspecteur de feiten of de wet verkeerd beoordeeld mag hij niet navorderen. Ook kan het zijn dat de termijn is verstreken, omdat geen gebruik is gemaakt van de uitstelregeling om de aangifte in te dienen. Voor de belastingplichtige die wordt geconfronteerd met een voornemen van navordering is het van belang na te gaan of hij alle informatie nog bezit. Particulieren hebben immers geen bewaarplicht. Toch kunnen in enkele jaren fundamentele wijzigingen in hun situatie optreden. Denk aan geboorte, overlijden, trouwen, scheiden, verhuizen, hertrouwen, etc. Al deze situaties zijn zaken waar de Belastingdienst achteraf mee geconfronteerd wordt. Ook aangiften die door huidige of voormalige adviseurs zijn opgesteld, kunnen fouten bevatten, die bij nader onderzoek tot navordering kunnen leiden. Dit onderzoek kan starten na signalen die de Belastingdienst van derden ontvangt. Het is dus vaak niet afhankelijk van informatie die de belastingplichtige zelf wel of niet verstrekt. Voor direct herkenbare fouten heeft de inspecteur een navorderingstermijn van (slechts) twee jaar. Deze twee jaar is te beschouwen als een soort proefperiode. De termijn van twee jaar is ook van belang voor de belastingplichtige. Als deze zelf een fout ontdekt, kan hij deze corrigeren. Dit is ook van belang om een eventuele boete te voorkomen. Als de niet geheven belasting echter meer dan 30% van de verschuldigde belasting bedraagt, gaat de wetgeving spelen die we hierboven hebben uiteengezet. Dan zegt de wet opeens, dat de fout direct herkenbaar is voor de belastingplichtige.

Denkt u dat het in uw situatie kan voorkomen dat de inspecteur bij u zou kunnen navorderen, neemt u dan contact met ons op.

BLOG DISCLAIMER
Hoewel wij grote zorgvuldigheid betrachten bij het schrijven van een blog, mag u niet vergeten dat de blog een 
informatief karakter heeft en in zijn algemeenheid een onderwerp beschrijft. Een blog is niet adviserend van
karakter. Met de blog proberen wij u aan het denken te zetten of dit onderwerp ook in uw situatie 
van belang zou kunnen zijn. Neemt u dan met een adviseur contact op.